Een meniscus is een schijf van soepel kraakbeen in de vorm van een halvemaan. Elke knie heeft een binnenmeniscus en een buitenmeniscus. De beide menisci hebben de functie om:

  • De drukbelasting in de knie op te vangen;
  • De stabiliteit van de knie te waarborgen;
  • Het gewrichtskraakbeen te voeden;
  • De knie te smeren.

Symptomen
Meniscusletsel kan gepaard gaan met pijn en een zwelling van de knie. Vaak wordt de pijn aan de binnen- of buitenzijde van de knie ervaren. De knie kan onrustig aanvoelen, de knie kan ‘kraken’ en het kan voelen alsof de knie ‘op slot’ gaat bij bepaalde bewegingen. Meestal is hierbij ook sprake van een (forse) bewegingsbeperking van de knie.

Oorzaak
Meniscusletsel heeft verschillende oorzaken. Hierbij worden acuut letsel en veroudering of slijtage onderscheiden. Acuut letsel kan ontstaan door een verdraaiing of verstuiking van de knie. Het onderbeen draait dan te ver naar binnen of naar buiten ten opzichte van het bovenbeen. Binnenmeniscusletsel komt vaker voor dan letsel aan de buitenmeniscus, doordat de binnenmeniscus stevig aan het gewrichtskapsel vastzit.

De binnenmeniscus beweegt bij een verdraaiing of verstuiking van de knie dus niet goed mee, waardoor deze kan scheuren of beschadigd raakt. Een verdraaiing of verstuiking van de knie kan ontstaan zonder contact of met contact (bijvoorbeeld door een botsing met een tegenspeler).

Behandeling
Bij meniscusletsel kan gekozen worden voor een conservatief behandeltraject of een traject met een operatie. Bij een conservatief traject zijn de fysiotherapeutische behandelingen in eerste instantie gericht op vermindering van pijn en zwelling. Daarna wordt een trainingsprogramma gestart. Een conservatief traject duurt ongeveer 6 tot 8 weken.

Wanneer de schade te groot is of wanneer de knie volledig op slot zit, wordt vaak gekozen voor een kijkoperatie. Een kijkoperatie heeft tot doel het oppervlak van de vaak gerafelde of gescheurde meniscus glad te maken, waarbij zoveel mogelijk van de meniscus (en dus van zijn functie) te behouden. De orthopeed gebruikt hiervoor een ‘shaver’. Daarmee wordt het oppervlak van de meniscus ‘gladgeschoren’. Soms verwijdert of hecht de orthopeed een gescheurd gedeelte van de meniscus. Dit is afhankelijk van het type meniscusscheur, de plaats waar de scheur zich bevindt, de grootte van de scheur en van mogelijke andere schade in de knie.

Revalidatieprogramma
Een aantal factoren bepalen hoe het revalidatieprogramma na een kijkoperatie eruitziet. Dit hangt namelijk af van het type meniscusscheur, de bijkomende schade in de knie (in het kraakbeen of het bandapparaat), het soort operatie en de reactie op de revalidatie. Het revalidatieprogramma is dus maatwerk en wordt zorgvuldig door de fysiotherapeut samengesteld. In geval van een kijkoperatie worden de volgende fasen doorlopen:

  • De periode voor de operatie
    Voor de operatie moeten de knie en spieren in een zo optimaal mogelijke conditie zijn: hoe beter de conditie, des te sneller verloopt het revalidatieproces. De (sport)fysiotherapeut kan u helpen met het sterker maken de bovenbeenspieren, zonder dat daarbij de knie overbelast raakt. Ook wordt geprobeerd de zwelling zo goed mogelijk te bestrijden.
  • De periode na de operatie
    Direct na de operatie krijgt u ontstekingsremmende en pijnstillende medicijnen. Hierdoor kunt u de knie eerder weer normaal bewegen en neemt de zwelling sneller af. IJspakkingen en elastische drukverbanden kunnen de zwelling ook doen afnemen. Voor deze fase is aan te bevelen om krukken te gebruiken tijdens het lopen. Wanneer de pijn en zwelling zijn afgenomen, heeft u een betere controle over het been. Hierna volgt een nieuwe stap in het revalidatieproces, waarbij de bewegelijkheid van de knie wordt herwonnen. Meestal gebeurt dit onder begeleiding van een (sport)fysiotherapeut. Ook wordt het lopen met krukken rustig afgebouwd. Vervolgens wordt gestart met kracht- en stabiliteitstraining in de fitness. Het is van belang dat de kracht- en stabiliteitstraining rustig wordt opgebouwd. In de laatste fase van het behandeltraject komen de sportspecifieke oefeningen aan bod.